![]() Zomer, mooi weer, outdoor seizoen, alle ingrediënten voor mooie paardensport. Maar…. Warm weer geeft ook extra belasting voor je paard. En hoe ga je daar mee om? Nut en noodzaak, maar ook de valkuilen van het voeren van elektrolyten vind je terug in deze blog.
0 Reacties
Je hebt vast wel eens een training waarin je je afvraagt waarom bepaalde oefeningen toch niet willen lukken. Soms ben je zelf te ongeduldig, soms heeft je paard een slecht humeur. Maar als dat niet eenmalig is, of je kunt het niet verklaren, dan moet je je gaan afvragen of je paard geen pijn of blokkades heeft. Allereerst de vraag: wat is pijn? De internationale wetenschap heeft pijn gedefinieerd als: "een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging of die beschreven wordt in termen van een dergelijke beschadiging" Dit is een lastige omschrijving, maar wat in deze definitie voor ons als paardensporters van belang is, is dat pijn niet altijd gekenmerkt wordt door uiterlijke kenmerken zoals wonden, en dat pijn niet altijd heftig is, maar soms ook chronisch en subtiel. Hierbij kan pijn de emotie/het gedrag beïnvloeden. Er bestaat een verschil tussen chronische en acute pijn. Chronische pijn gaat meestal niet gepaard met zichtbaar letsel of duidelijke tekenen van ontsteking. Dit maakt chronische pijn tot een moeilijk of niet tastbaar begrip. Chronische pijn is dan ook (ook humaan) lange tijd niet onderkend. In de humane wereld zijn we er steeds meer van doordrongen dat pijn aanwezig kan zijn, zonder dat we dat aan de buitenkant van de mens zien. Ook bij dieren / paarden bestaat dit type chronische pijn. Over deze pijn heb ik al eerder geschreven in een blog (die terug te vinden is op mijn website). Echter om iets aan pijn te kunnen doen, moet je het ook kunnen herkennen. Daarom wil ik deze keer graag meer ingaan op het: Herkennen van chronische pijn bij paarden. Een paard is een vluchtdier: In de natuur zal een paard, als hij pijn of angst voelt, vluchten. Als wij sporten met een paard, onthouden we het paard de mogelijkheid om te vluchten. Immers met onze teugels of leidsels, met onze benen en zweep zullen we ons best doen om het paard te laten doen wat wij willen. En dat is in ieder geval niet vluchten. Als we aan het sporten zijn met het paard, zal het paard dus andere signalen gaan vertonen als hij pijn heeft. Het is belangrijk om die symptomen te herkennen, zodat we een paard tijdig kunnen (laten) onderzoeken. Want zoals mensen verschillende karakters hebben, hebben paarden dat ook. Dus het karakter kan symptomen vertroebelen of versterken, en daarom is het goed om bij het zien van bepaalde signalen te onderzoeken hoe het paard er voorstaat en of hij pijn/ last van blokkades heeft. Qua anatomie verdelen we het paard in een aantal regio's: Vanuit de aard van de symptomen kun je vaak een aanwijzing krijgen welke regio van het lichaam van je paard waarschijnlijk niet goed functioneert/ geblokkeerd is. Hierbij moet je je wel realiseren dat sommige symptomen afkomstig kunnen zijn van problemen op verschillende plaatsen.
Symptomen bij problemen in de hals regio
Symptomen bij problemen in de schoftregio
Symptomen bij problemen in de laag thoracale regio (van schoft tot laatste rib)
Symptomen bij problemen vanuit de overgang ribben naar lendenen en op de overgang van lendenen naar bekken
Zie je bovengenoemde symptomen, dan is het zeer goed mogelijk dat je paard chronische pijn heeft, licht of ernstiger. In het ergste geval, gaat het paard vluchten ofwel staken. Als de ruiter of menner dan het paard dwingt door te gaan, kan dat de pijn en ook de reactie van de spieren en omgevende fascia verergeren en dit zal de training niet bevorderen. In zijn algemeenheid geeft de kwaliteit van de huid en de haren en ook de kwaliteit van de hoeven vaak een beeld over het wel of niet bestaan van blokkades/ problemen in de rug. Bij blokkades in de rug vermindert de doorbloeding van het bijbehorende gebied. Bij een slechtere doorbloeding zal haar en hoorn niet goed gevoed worden en kan men gebroken haren, doffe haren of brokkelhoeven verwachten. Dus schenk wat extra aandacht aan de bovengenoemde symptomen als je twijfelt over het functioneren van je paard. En lijkt één van bovenstaande zaken aan de hand: Schakel dan een kundige behandelaar zoals een osteopaat in. Dan kan veel leed en frustratie voorkomen worden. Door Ant Koopmans De basis voor een gezond paard is passende voeding. Hierbij is, zoals dat voor veel onderwerpen geldt, “balans” het kernwoord. Goed voeren kun je pas na een zoektocht naar: “Een goede balans tussen aangeboden en gebruikte voedingsstoffen” Maar, hoe vind je die balans? De start is eenvoudig: Het paard is een planteneter en bovenal een grazer. Het maagdarmkanaal van het paard is ingericht om grote hoeveelheden ruwvoer te verteren. In hele grote lijnen is het gezond voeren van het paard dan ook vooral: veel ruwvoer en weinig krachtvoer verstrekken. Echter, als het allemaal zo eenvoudig was, zouden er geen paarden zijn met voedings-gerelateerde problemen. Je kunt alleen maar gebalanceerd voeren als je naar 3 onderdelen kijkt:
Het paard Alle paarden zijn individuen. Daarom is het van belang om te weten of een paard gezond is, of de conditie goed is (dus niet te dik of te dun) of het gebit goed is, of het paard gevoelig is voor hoefbevangenheid, spierproblemen, terugkerende koliek en nog vele andere problemen. Ook het type paard, het karakter en daarnaast de hoeveelheid en het type werk dat het paard moet verrichten, is van belang om te bepalen wat voor het paard het beste rantsoen is. Het voer Voedermiddelen zijn in grote verscheidenheid te verkrijgen. En wanneer je goed om je heen kijkt, is er voor ieder paard wel een geschikt voer te koop. Maar dat betekent niet dat een heel populair voedermiddel voor ieder paard geschikt is! Daarom is het van belang om iets meer te weten over de samenstelling van zowel ruwvoer als krachtvoer. Zit er veel energie in, en komt die energie snel vrij of juist langzaam? Hoeveel eiwit zit er in het voer en hoe goed is de kwaliteit van dat eiwit? En hoeveel vitamines en mineralen bevat het voer? Het voermanagement Het derde aspect is het voermanagement. Wanneer voer je, hoe vaak voer je, hoeveel krachtvoer in totaal per dag, en hoeveel krachtvoer per voerbeurt? Omdat een paard de hele dag maagzuur aanmaakt, is het van belang dat de maag ook de hele dag voer heeft om te verteren. Dit is een reden om liever veel ruwvoer te verstrekken dan (het veel meer geconcentreerde) krachtvoer. Daarnaast: Voer je het paard op stal waar hij alleen staat, of moet een groepje paarden samen eten? Komt er stress bij kijken en krijgt ieder paard wat voor hem of haar gewenst is? De combinatie Om een goed dieet per paard te maken, moet je dus deze zaken combineren. Er zijn goede handvatten om het rantsoen te controleren of zelf een passend rantsoen voor je paard te maken, zeker als je paard geen gezondheidsproblemen heeft. Voordat je hiermee begint, is er al een eerste advies: Begin op nul: Bij een controle van het rantsoen is het belangrijk om kritisch te kijken naar de supplementen die je voert. Door het voeren van diverse supplementen naast elkaar is het risico aanwezig dat je bepaalde stoffen gaat overdoseren: Aangezien overdosering (net als onderdosering) veel problemen kan opleveren, is het goed om te beginnen bij de basis en alle extra’s alleen te gebruiken als daar een goede reden voor is. Dus het samenstellen van een rantsoen begint altijd met het loslaten van het gebruik van specifieke stofjes en supplementen. Pas als ruwvoer en krachtvoer bekend is, en er blijkt dat je paard ergens tekort gaat komen, komen de supplementen weer in beeld. Stap 1: Als eerste moet je weten wat je paard nodig heeft aan voedingsstoffen. Er bestaan behoefte-normen /richtlijnen voor paarden. Voor alle lichaamsgewichten paard, gecombineerd met warmbloed of koudbloed en de sportprestaties die het paard moet leveren, kun je nagaan hoeveel energie (EWpa), eiwit (VREp), vitamines en mineralen je paard nodig heeft (CVB Tabellenboek Voeding Paarden en Pony’s; www.cvbdiervoeding.nl). Stap 2: Als je weet wat je paard ongeveer verbruikt aan voedingsstoffen, ga je kijken wat voor voer je beschikbaar hebt. Als je langere tijd hetzelfde ruwvoer verstrekt, kun je het ruwvoer laten analyseren door bijvoorbeeld Eurofins Agro (Equifeed). Het advies is om dan naast energie, eiwit en suiker, ook de mineralen en sporenelementen te laten analyseren. Je kunt (als je er ervaring mee hebt) ook op basis van uiterlijk en geur een schatting maken van de voedingswaarde van je ruwvoer. In het CVB boekwerk zijn, als voorbeeld, een aantal soorten ruwvoer beschreven. Hoe meer ervaring je zelf hebt en hoe meer je weet over het ruwvoer, over de manier waarop het gras bemest, gegroeid en gewonnen is, hoe nauwkeuriger je schatting wordt. Maar het blijft natuurlijk slechts een benadering van de waarheid. Voor wat betreft krachtvoer: Alle voerfabrikanten voor krachtvoeders zijn verplicht om op hun website en het etiket van hun voer aan te geven wat er aan voedingsstoffen in hun voeders aanwezig is. Hiermee heb je inzicht in energie, eiwit en vitamines en mineralen. Of energie snel vrijkomt of juist langzamer is afhankelijk van de bron van de energie. Suikers en zetmeel zijn snel beschikbare energie bronnen, vet komt veel trager vrij. Als je al die informatie hebt, kun je aan het rekenen gaan. Stap 3: Het passende rantsoen
Er zijn een paar basisregels voor het voeren van je paard. Regel 1 is dat je per 100 kg lichaamsgewicht altijd minimaal 1 kg droge stof aan ruwvoer (hooi of droog kuilgras (haylage) moet voeren. Dit is erg belangrijk om de gezondheid van je paard te waarborgen. Dit betekent, dat je ongeveer 1,2 kg product hooi per 100 kg paard moet voeren, voor haylage is dit wat meer; dit is immers vochtiger. Voor een paard van 600 kg heb je dus in ieder geval 7,2 kg hooi per dag nodig. Het is verstandig om dit af te wegen om een gevoel te krijgen hoeveel dit is. Regel 2 is, dat je bij een hogere energiebehoefte dan hierboven beschreven, het beste eerst extra ruwvoer kunt voeren om het tekort aan te vullen. Houd hierbij in je achterhoofd, dat paarden die licht werk verrichten (recreatie, lichte dressuur) bij voldoende ruwvoer van goede kwaliteit meestal geen krachtvoer nodig hebben, en in ieder geval vrijwel nooit meer dan 1 kg krachtvoer per dag. Vele paarden hebben een deel van de dag niets te eten. Die paarden kunnen dus (bij een berekend tekort aan voedingsstoffen of bij een te lage conditiescore) nog wel wat extra ruwvoer opnemen: het is zelfs gezonder voor een paard om het grootste deel van de dag ruwvoer ter beschikking te hebben. Als het paard aangeeft dat hij dat extra ruwvoer niet op kan, kun je alsnog de hoeveelheid krachtvoer verhogen. Zou je meteen beginnen om extra krachtvoer te voeren, dan gaat het paard automatisch al gauw wat minder ruwvoer eten (dit wordt verdringing genoemd). Dat is niet optimaal, want de vezels in ruwvoer heeft het paard juist ook nodig om, in de darm, de voedingsstoffen uit het krachtvoer beschikbaar te krijgen en te kunnen absorberen. Paarden die veel krachtvoer krijgen en in verhouding weinig ruwvoer, hebben een slechtere benutting van het krachtvoer, en zullen daardoor niet optimaal van het voer kunnen profiteren. Is je paard te dik, en moet hij daarom minder eten dan hij graag zou willen, kijk dan eens naar slow-feeders. Hoe meer werk je paard in dit geval moet verzetten om het ruwvoer binnen te krijgen, hoe beter het is en hoe gemakkelijker je je paard in de juiste conditie kunt krijgen. Natuurlijk is het verhogen van de arbeid (indien mogelijk) ook een effectieve optie. Als je paard echt stevig moet afvallen, dan kun je het beste professionele hulp inschakelen voor advies om problemen bij het afvallen te voorkomen. Regel 3 is dat je over het algemeen alleen maar voldoende vitamines en mineralen vanuit het rantsoen haalt, als er meer dan 2 kg krachtvoer gevoerd wordt. Hoe komt dit?
Samenvattend: Voor een paard dat geen gezondheidsproblemen heeft en niet teveel afwijkt van het gewenste lichaamsgewicht, kun je zelf in veel gevallen berekenen wat nodig is om het dieet van je paard te optimaliseren. Hiervoor moet je eerst te weten komen hoeveel energie, eiwit, vitamines, mineralen en sporenelementen je paard per dag nodig heeft. Vervolgens kijk je wat er in het ruwvoer (hooi/haylage/gras) aanwezig is. Ga uit van 1,2 kg hooi (product) per 100 kg lichaamsgewicht. Reken dan uit waar tekorten en overschotten zitten, en vul dit aan met krachtvoer en eventueel een passend vitamine-mineralen supplement. Vul alleen de energie en eiwit die je via ruwvoer niet opgenomen kunt krijgen (omdat je paard niet meer ruwvoer op kan), aan vanuit krachtvoer. Kies een supplement dat zodanig in balans is, dat je in je uiteindelijke dieet geen substantiële overdosering van specifieke vitamines en mineralen krijgt. Houd in de gaten of je paard aankomt of afvalt, want de efficiëntie waarmee je paard verteert kan iets verschillen per paard. Bijsturen op basis van conditie kan meestal door de hoeveelheid krachtvoer aan te passen. Conclusie: Hoe ingewikkelder hoe beter? Het is op deze wijze voor iedereen met een gezond functionerend paard goed mogelijk de juiste stappen te zetten bij het voeren van je paard. Als er ziektekundige problemen zijn en/of je paard is veel te dik of echt te mager zonder dat je de oorzaak weet, dan zijn er soms extra aandachtspunten waarop je moet letten. In zo’n geval, of als je onzeker bent, of je vindt het teveel werk om een goed rantsoen uit te puzzelen, dan doe ik dat graag voor je. Graag geef ik je advies en beantwoord ik je vragen. Voor alle paarden, maar vooral voor paarden die hard moeten werken, of die gevoelig zijn voor allerlei gezondheidsproblemen (dus ook te dikke paarden bijvoorbeeld) is het heel verstandig om bij veranderende omstandigheden weer eens kritisch naar de voeding van je paard te (laten) kijken! Bronnen: Hallebeek Dr. J.M. Praktische paardenvoeding; Diergeneeskundig Memorandum 2015-3 CVB Tabellenboek Voeding Paarden en Pony's 2016. www.cvbdiervoeding.nl Equifeed analyse: www.eurofins-agro.nl Auteur: Ant Koopmans, Koopmans FitEquiP; www.koopmansfitequip.nl Ant.fitequip@gmail.com ![]() .. Spieren: pijn, zwakte, kramp, snel verzuren….. van zeer subtiel tot ernstig: Wat kan de osteopaat daarmee? Twijfel je wel eens aan het functioneren van je paard voor wat betreft:
Het neerzetten van redelijk goede tot goede resultaten in wedstrijden is niet persé een bewijs dat je paard optimaal (spier)fit is...... |
door Ant KoopmansAls osteopaat en voedingsdeskundige met de achtergrond en ervaring als dierenarts in de praktijk voorzie ik graag lezers van relevante goed onderbouwde informatie. Archieven
Mei 2018
Categorieën |